Kansrijk onderwijs

Kinderen kansen geven begint met de wijze waarop wij kinderen benaderen, de sfeer op onze school.
Leerlingen écht horen en zien, zijn wie je bent, zijn voor ons belangrijke waarden.

Wij vinden het belangrijk dat ieder kind met plezier naar school gaat, zich veilig voelt. We zijn van mening dat je je dan pas goed kunt ontwikkelen.

Hoe pakken we dit aan?

Veel tijd besteden we bewust aan het welbevinden van de kinderen.

Hiervoor gebruiken we De Kanjertraining. Iedere leerkracht is gecertificeerd. Zie: www.kanjer.nl

Bij de start van ieder schooljaar gaan we de eerste weken werken aan klassenregels, afspraken hoe met elkaar om te gaan, klassenklimaat (de Gouden Weken).

Dit doen we niet alleen door met elkaar te praten maar ook via judolessen, samenwerkingsoefeningen, spel.
We starten ieder schooljaar gezamenlijk in de hal op de tribune en bespreken dan het thema van dat jaar. Voorgaande thema’s waren bijvoorbeeld: ‘iedereen draagt zijn steentje bij’, ‘ik wens je geluk’, ‘lach iedere dag’. De thema’s worden verder uitgewerkt in de groep. Er worden klassenafspraken gemaakt voor de rest van het jaar.

Naast de observaties en de kindgesprekken (2 á 3 keer per jaar) van de leerkracht zelf, monitoren we twee keer per jaar of de kinderen zich veilig, vertrouwd voelen op school middels een speciaal ontwikkelde vragenlijst (KanVas).
We kunnenop deze wijze snel interventies uitvoeren. Ons streven is pro-actief te zijn.

Extra hulp

Wij gaan vooral uit van wat een kind wél kan, volgen hem of haar daarin zorgvuldig en proberen hem in een veilige omgeving steeds een stapje verder te laten groeien.

Voor kinderen die naast de basisinstructie van de leerkracht nog extra hulp of ondersteuning nodig hebben, wordt gekeken welke vorm van hulp het beste past bij het kind.
Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van een verlengde instructie door de leerkracht, extra hulp tijdens de verwerking in de klas of extra begeleiding door de leerkrachtondersteuner.

Het kan voorkomen dat een kind met alle vakken goed mee kan doen, maar met één bepaald vak moeite heeft. Ondanks alle inspanningen van het kind en de leerkracht lukt het bijvoorbeeld niet om de stof onder de knie te krijgen. Het is dan mogelijk dat een kind met alle vakken gewoon meedoet met de groep, maar voor dat ene vak een eigen programma, een eigen leerlijn krijgt.

Er zijn ook kinderen voor wie het leren geen enkel probleem is. Alles gaat hen gemakkelijk af. Soms zelfs zo makkelijk, dat de kans bestaat dat ze het onderwijs oninteressant gaan.